biggenkruid
Er waren composieten die straalden
als hemellichamen om een graf
zerk van steen zerk van hout
zerk van versteend hout zerk
van oud ijzer staal of
tot vogeltjes gekneden mortel
toonbeelden van waar het leven
het afliet weten maar tegen vergeten
ten strijde getrokken werd
er zat een mens liefkozend
naast een monumentje
te rusten gedachteloos
nam hij het gras te grazen
dat het zicht ontnam van wat hij mistte
er liep een mens in zichzelf
verzonken dwalend zoekende
naar een verlorene die weer
gemist werd als voorheen
maar nu als een klein stukje aarde
waarheen verplaatst een laatste rustplaats lag
er waren twee vrouwen samen
gekomen om te berusten met wat
gevonden werd in levensvreugde
dat daaruit sprak een wens
een gedachte een verlangen
een herinneren aan wat het leven bracht
en nog steeds brengt met weten
dat overleden geen verleden
maar het heden samenbrengt
met niemand die er niet meer is
alsof er iets ontsnapte alshetware
daar gedrieën van ganze harte
gevleugelden die ontstegen
en beaamde dat er meer is
wat daar samenbrengt dan
laat scheiden wat de mens omgeeft
Leven <
Reacties
Een reactie posten