de asielzoeker (Lienen)
dan, met zijn hoofd op een steeltje voorover gebogen
knikkenbolt hij starend
naar zijn nieuwe sneakers
fel rood gepunt met vette zolen
heeft hij schoorvoetend
vaste grond onder zijn zolen
hij kijkt niet op
onder zijn zwarte kapsel
schittert schichtig iets
van een oogopslag
zijn baard grijst al
vanaf zijn slapen
het tobben schijnt
hem goed af te gaan
pal voor het betreden
van de openbare weg
staakt hij in de beweging
werpt een blik omhoog
om geluid van kraanvogels
op te vangen die zuidwaarts
trekken naar als het ware
welkom overwinteringsoord
waartoe het najaar wenkt
fronst op de wenkbrauwboog
lijkt zichtbaar zich af te vragen
of hij vluchten hier is verleert
er wordt beweert
dat hij iets zoekt
al ging hij op de vlucht
om het vinden
wat hij hier
zo vreselijk mist
Reacties
Een reactie posten