to taal te grabbel
De ochtend stond beneveld op de weidegrond
Wind teneer geslagen in de puntwederik ik weer struikelend
op doorweekt gewas het gras was
zompig nat met onderliggend glad
overwoekerd hout dat onzichtbaar vervaarlijk lachte om mijn struikelende gang naar blootbodem struweel met woekergewas
Ik legde op iedere slak beslag
door met uitgebeten fel flitslicht
hun bestaansrecht zeker te stellen
op een ozo gevoelige laag fotomateriaal
waar ik alleen ga loopt het met mij
totaal uit de hand
in woorden brij ik alles aangekaart.
Reacties
Een reactie posten