abeel
Alleen het lente lichte leven maakt de abeel tot witter wezen ontluikend wordt de kroon getooid tot luchter over 'sheerenwegen portalen om naar binnen te treden in een droom door vele ogen gadegeslagen te bewonderen waar deze je bomenrijen je laten geloven dat het alom nog niet zo slecht toeven is in 't aardse slijk van omliggende landenrij van klei waaruit industrieel gewas geoogst een eindeloze hopeloosheid toont maar nu omzoomt door deze goddelijke wezens er in ochtendschemer hoopt gloort door de heldere kronen